Spring naar inhoud

To do or not to do: voeren wilde dieren

Het voeren van wilde dieren, het vormde een rode draad in het nieuws de afgelopen tijd. Boswachters van de Oostvaardersplassen deelden boetes uit aan mensen die illegaal grote grazers bijvoerden. Amsterdam is al langer bezig met een verbod en zegt er binnenkort tegen op te gaan treden.

Als het voeren van wilde dieren zou stoppen bij een paar sneetjes brood voor de eendjes, zou de schade te overzien zijn. Maar veel mensen negeren voerverboden in natuurgebieden, bij kinderboerderijen, hertenkampen en zelfs in dierentuinen.

Menig dier heeft ernstige darmproblemen overgehouden aan deze burgerlijke ongehoorzaamheid. In het verleden leidde ditin Brabant tot een enkele reis naar de slager voor acht jonge stieren. Eenzelfde lot dreigde voor Konikspaarden in de Hoeksche Waard. De dieren waren door al het voeren door wandelaars te opdringerig geworden.

Tegelijkertijd eten miljoenen stadsdieren hun buikjes rond met al het afval dat we achteloos achterlaten in hun omgeving en in de natuur, waarna mensen weer klagen over de overlast die ze veroorzaken. Maar dat terzijde...

In de Oostvaardersplassen werden oproepen van boswachters, biologen, ecologen en dierenartsen om niet bij te voeren massaal genegeerd. Ondanks de argumenten ertegen uit medisch, ecologisch en biologisch oogpunt, gooiden mensen zelfs voedsel over het hek dat de dieren vrijwel zeker ziek zou maken. Boswachters hadden er bijna een dagtaak aan om het op te ruimen.

Hoe kan het dat mensen het vertikken goede raad op te volgen en zich aan de regels te houden? Dat ze dieren blijven voeren, zelfs als ze daarmee de gezondheid – en in extreme omstandigheden zelfs het leven – van diezelfde dieren in gevaar brengen?

Zijn we zo ver verwijderd geraakt van de natuur, dat de mening van een dressuurruiter of fokker van springpaarden (veel verder kun je niet afstaan van natuurlijk gedrag van wilde paarden) zwaarder weegt dan die van een gespecialiseerd dierenarts?

Maar daarmee zijn we er nog niet. De onbedwingbare neiging van mensen om te voeren is ook huisdieren aan te zien: ruim een derde van de huisdieren is inmiddels ongezond of zelfs levensbedreigend dik. Een buurman met een teckel met een perfect gewicht kreeg laatst van een ander baasje te horen dat hij zijn hond eens wat meer te eten moest geven. En als we het toch hebben over overgewicht, kinderen worden er ook al niet slanker op.

Speelt er onder die – volgens mij oprechte – zorg en verontwaardiging onbewust nog een andere motivatie mee? Eentje die puntje bij paaltje belangrijker is dan dierenwelzijn? Zou het kunnen dat we dieren willen voeren omdat we daar vooral onszelf een goed gevoel mee geven?

 

Bronnen

Zeven redenen om NIET bij te voeren in de Oostvaardersplassen

Overgewicht bij huisdieren