Spring naar inhoud

Meer of minder natuurbeheer(ders)?

Koniks in de Oostvaardersplassen, voordat de provincie ging 'beheren'. Foto: Natuurstruiner

Natuurlijk beheer is al een tijdje uit de mode in Nederland. Ooit was ons kikkerlandje een voorbeeld voor de wereld, met zijn vooruitstrevende ideeën over natuurlijke processen. Een landje waar die ene wildernis nog echt wild mocht zijn. Nu de voorstanders van natuurlijk beheer plaats hebben moeten maken voor marketeers en beleidsmakers, beheren die zich drie slagen in de rondte. Of noemen we ze beter natuurbeheersers? Want zij zorgen niet voor de natuur, zij willen over haar heersen, haar bedwingen. Moeder Natuur mag geen duimbreed ruimte meer krijgen! Natuur ontstaat niet langer, natuur wordt gemaakt.

‘Oude’ natuur moet op de schop! Ze wordt vakkundig ontdaan van haar begroeiing, en daarmee van alles wat daar in en van leefde. Weg met jullie! Wij willen louter TOPNATUUR! Het Landschap Noord-Holland gaat ‘aan de slag om robuuste topnatuur te realiseren met meer biodiversiteit’  en Natuurmonumenten heeft de ‘Oostelijke Binnenpolder van Tienhoven ingericht voor topnatuur’. In het Drents-Friese Wold werken natuurorganisaties ‘samen aan natuur van topkwaliteit’ om ‘een van de weinige gebieden in Nederland waar je wildernis kunt ervaren’ te maken.

Complete bossen, inclusief al hun bewoners, gaan tegen de vlakte om ‘natuurlijke’ bestuiving te ‘realiseren’, maar zodra het zand buiten de lijntjes durft te stuiven, planten ze nieuwe bomen aan.

Mooie natuur moet nóg mooier en Nederlandse topnatuur moet Europese topnatuur worden. By the way, heeft u onze acceptgiro al gezien? Want topnatuur maken kost veel geld. En zou je de natuur aan de natuur overlaten, dan kun je wel fluiten naar al die mooie subsidies.

‘Terugbrengen’ van natuur die ooit was, doet het nu eenmaal beter op een subsidieaanvraag dan het beschermen van natuur die er al is.

Natuur moet ‘rijker, gevarieerder en nóg spannender om te beleven’, want natuur is in de eerste plaats bedoeld voor homo touristicus om te beleven, en niet voor flora en fauna om in te leven. Om nóg meer biodiversiteit te ‘maken’, en om soorten die wegkwijnen te ‘helpen’, krijgen duizenden andere beschermde dieren – dieren ondanks alles nog wel floreren – de kogel. Geofferd op de tekentafel van ambitieuze topnatuurmakers...

Niets blijft zoals het was. Dat is de natuur. En daar houden wij niet van’, schrijft Midas Dekkers in De vergankelijkheid. ‘De wereld is al ingewikkeld genoeg als ze stilstaat. Vandaar de populariteit van de natuurbescherming. Die houdt in stand. Wil de natuur gras op laten schieten? De natuurbeschermer zet grote grazers in om het op te laten eten. Leven tegen leven, het ware antibioticum. Natuurlijk kun je het leven niet stilzetten, maar je kunt wel voorkomen dat het vooruitkomt, als een fiets op een rollenband. Elke verandering in de natuur wordt door haar beschermers tenietgedaan, waarna de natuur het opnieuw probeert, de beschermers weer ingrijpen, enzovoort, zodat de natuurlijke kringlopen veranderen in een tredmolen waarin je ronddraait en toch stilstaat.

Nu begrijpt u waarom natuurbeheer zo duur is. Er zijn heel wat mensenhanden nodig om het eruit te laten zien alsof het door geen mensenhand beroerd is.

Ik zeg altijd: met de natuurbeschermingsorganisaties gaat het buitengewoon goed, maar met de natuur gaat het buitengewoon slecht.’

 

Lees ook: Creatief met oerrunderen