Spring naar inhoud

Creatief met oerrunderen

Een heckrund, de enige grote grazer in de Oostvaardersplassen die vooralsnog niet bang hoeft te zijn voor de slager. Foto: Natuurstruiner

Damned if you do, damned if you don’t... Daar moest ik aan denken toen ik de kop ‘Slager rekent af met “brutale en opdringerige” konikpaarden in Lauwersmeergebied’ las. Eerder werd een tauros uit De Maashorst verbannen omdat hij zich verweerde tegen een te opdringerige bejaarde. De gehouden grazers van natuurbeherend Nederland hoeven maar een hoef verkeerd te zetten, of op een weidemiernest, en het kost ze de kop. Bezoekers moeten ze trekken! Zichtbaar zijn, maar niet aanhalig. Ongevaarlijk, maar niet handtam. En als iemand met een wortel voor je neus staat te zwaaien, moet je de verstandigste zijn en weglopen. Ga er maar aan staan als grote grazer...

Dat rewilding in de kern volledig antropocentristish is, blijkt duidelijk uit het artikel ‘Een oerrund knutselen’ in De Volkskrant van september 2010: ‘waarom zou je zo’n verdwenen beest willen terugfokken? Om ecologische redenen zeggen Ronald Goderie en Henri Kerkdijk van Stichting Taurus’. De ideale grazer moet het dier worden, want de hooglander en het Galloway-rund zijn ‘na 25 jaar trouwe dienst een beetje saai geworden. Het ‘Oerrund 2.0’ zou een veel mooiere icoon zijn voor de Europese oernatuur. Een oerrund met een ‘prehistorisch’ uiterlijk, ‘maar wel graag met een tam karakter’. Want de originele versie was ‘vrij agressief, en dat zou dus gevaar kunnen opleveren voor recreanten.’

Een dier van mythische proporties moest het worden: ‘Het (oer-)rund is hét icoon voor Europa. De mythe van de Griekse god Zeus, die vermomd als stier de Phoenicische maagd Europa verleidt, is de mythe over het ontstaan van Europa.’

Natuur 2.0 moet OERRR zijn. Bevolkt door woest aantrekkelijke taurossen, wisenten en waterbuffels, en wie weet op termijn, een handzaam formaatje mammoet.

Maar wel lief zijn voor bezoekers hoor, anders zwaait er wat!

Ontdaan van alle ronkende marketingtaal, heeft rewilding in de praktijk weinig te maken met natuurlijke processen en alles met beheer. De dieren zijn niet vrij, ze mogen zich niet naar hun natuur gedragen. Ze zijn bezit. Of zoals Stichting Taurus het verwoordt: ‘Onze kuddes houden graslanden in stand en houden landschappen gevarieerd en open.’ En: ‘Maar onze dieren doen veel meer dan dat.’ ‘Je zou het misschien niet direct zeggen: maar natuurlijke begrazing is vooral mensenwerk.’

Voor grasmaaiers die zich niet weten te gedragen en voor als er te veel kleine grasmaaiertjes geboren worden heeft de stichting een ‘uitstekende bestemming’: ‘In onze eigen slagerij worden de overtollige dieren verwerkt tot pakketten wildrundvlees.’

Een win-winmodelletje voor Stichting Taurus; iets minder voor de dieren in kwestie. Hun belangen spelen geen enkele rol. Zij zijn producten, die ‘als bijproduct, naast biodiversiteit, ook nog eens volstrekt eerlijk rundvlees’ leveren.

Natuurgebieden gedegradeerd tot het decor voor natuurvleesproductie.

Inmiddels barsten onze natuurgebieden zo’n beetje uit hun voegen zo volgepakt als ze zijn met dit soort – niet zo natuurlijke – grote grazers.

Ik voorspel gouden tijden voor de liefhebbers van taurossteak.