Zoals veel onderwerpen vandaag de dag is het onderwerp ‘wolf’ volledig gepolariseerd. Of beter: gepolitiseerd. Met zijn nieuwe boek Wolf & maatschappij hoopt voormalig boswachter André Donker ‘een brug te slaan tussen de voor- en tegenstanders van wolven binnen onze samenleving’. Het boek volgt grofweg de inhoud van de lezing ‘Wolven in Nederland’ die hij door het land heen gaf (en nog steeds geeft).
Donker heeft in zijn tijd als boswachter veel ervaring opgedaan met tegenstand. Tegenstand is niet erg meent hij. Het kan zelfs zorgen voor nieuwe inzichten. Een voorwaarde is wel, zegt hij, dat je goed luistert naar en dat je je verdiept in het verzet van anderen: ‘Ongefundeerd roepende en weinig relativerende mensen kunnen we echter missen als kiespijn’.
‘Hoog tijd om de kennis over wolven (en andere in het wild levende dieren) te herijken’.
Een ruime meerderheid van de Nederlanders accepteert de terugkeer van de wolf, blijkt uit onderzoek. Bij sommigen maakt het sterke emoties los, die zich kunnen vertalen in fel verzet. Maar dat verzet is niet gebaseerd op feitelijke informatie: ‘Hoog tijd om de kennis over wolven (en andere in het wild levende dieren) te herijken’. En dat is het doel van dit boek, waarin Donker eigen ervaringen en veel feitelijke informatie heeft samengebracht. Een boek dat ook hen die de opmars van en discussie over de wolf volgen nog iets kan leren. Bijvoorbeeld dit feit: ‘Nederlanders leefden langer met dan zonder wolven’. Dat ons land 150 jaar lang de wolf heeft moeten missen is uitzonderlijk; dat hij hier nu leeft niet.
Het boek biedt veel informatie over de wolf, zijn levenswijze en over onze omgang met dit fascinerende dier door de eeuwen heen. Boeiend is het hoofdstuk ‘Wolven vanaf de late middeleeuwen’ over de wolvenjacht en premiejagers in Gelderland van de zestiende en zeventiende eeuw. Ook toen was het dier niet gewenst en werden wolven vervolgd en op gruwelijke wijze gedood.
In detail beschrijft Donker hoe het landschap in de loop der tijd veranderde onder invloed van mens én van zowel gehouden als in het wild levende dieren. Uiteindelijk hebben deze veranderingen, gecombineerd met (relatieve) rust, voldoende prooidieren én de beschikbaarheid van partners ervoor gezorgd dat de wolf weer kan floreren.
Donker gaat uitvoerig in op de wet- en regelgeving die de wolf beschermt. Maar ook op de verplichtingen die daaruit voortvloeien voor dierhouders: ‘Raster je niet, dan komt een wolf zeker langs en dat kan in elke provincie, altijd en overal gebeuren.’ Roodkapje en Midas de wolf zijn verhalen; feit is dat de mens geen prooi is voor wolven. Het frame dat ons dichtbevolkte landje te klein is voor wolven, berust dan ook op emotionele aannames en niet op feiten, betoogt Donker.
Samenleven met wolven is heel goed mogelijk als wij mensen maar willen leren hoe.
Samenleven met wolven is heel goed mogelijk als wij mensen maar willen leren hoe. Hij geeft vele voorbeelden van effectieve preventieve maatregelen. Heel ingewikkeld is het niet: ‘Meer aandacht voor goede rasters, verhogen van het zelflerend vermogen en het aanleggen van betere en gezondere weides helpen allemaal om het dierenwelzijn tegen lage kosten te verhogen.’ Maar waarschuwt hij: ‘Deze aanpassingen starten wellicht pas na het afschaffen van alle vergoedingen. (...) maar blijkbaar gaan we dat nog niet doen en houden wij liever het huidige systeem van schadevergoedingen in stand.’
Tegelijkertijd leert de wolf van ons. Niet alleen voor- en tegenstanders moeten een zinvol gesprek voeren, maar mensen ook met de wolven. Want het wordt steeds duidelijker dat veel literatuur over wolven niet klopt voor de beginnende populatie in dit land. De soort blijkt zich prima te kunnen aanpassen aan ons cultuurlandschap. Ook de wilde dieren waar de wolf op jaagt leren. En dat doen ze snel. Binnen een jaar of vijf werkt hun natuurlijke instinct weer prima, weet Donker. Dit levert gezondere ecosystemen op, waarin ook hoefdierpopulaties gezonder (en slimmer) worden. Een proces dat we al zien voltrekken op de Veluwe, waar wolvenroedels zich gevestigd hebben.
Als de wolf zich zo goed wil en kan aanpassen aan ons, waarom weigeren sommige mensen dan pertinent om wolven het licht in de ogen te gunnen? ‘Wat rest is de mindset veranderen van een kleine groep mensen die in verzet leven zonder dat ze ooit enig nadeel van een aanwezige wolf gaan ondervinden. De vraag is dan terecht, waarom ben je tegen?’ ‘Het eigenlijke probleem’, concludeert Donker, ‘is dat de media en heel veel mensen nog op achterstand staan in hun kennis over natuur en wilde dieren in het algemeen.’ Dit boek kan zeker helpen om die achterstand in te lopen.