Spring naar inhoud

FBE’s zijn goed geoliede dodingsmachines

Foto: Taskforce Jachtmisstanden

De wolf is niet welkom bij jagend Nederland. Het standpunt van de jagersclub over de mogelijke vestiging van wolven in ons land liegt er niet om. De aanwezigheid van wolven zou leiden ‘tot ongewenste populatiegroei en neveneffecten’. Tussen de regels door pleiten de jagers voor het ‘heroverwegen’ van de wettelijke (Europese) beschermde status van het dier. En: ‘Snelle interventie [is] gewenst’. Wordt de volledig beschermde wolf, na de volledig beschermde bever, het volgende slachtoffer van de hobbyjagers?

De bittere waarheid is dat de nieuwe Wet natuurbescherming jagers nog meer macht geeft dan de ‘oude’ Flora- en faunawet al deed.

Met de decentralisatie van het natuurbeheer (van natuurbescherming is geen sprake meer), heeft de wetgever met hulp van provinciebesturen een veelkoppig monster geschapen. Een monster dat onverzadigbaar is, en voortdurend op zoek is naar weer een nieuwe diersoort die ‘beheerd’ moet worden. Van enige vorm van controle of toezicht op hun dodelijke activiteiten is geen sprake.

De faunabeheereenheden (FBE’s) hebben zich ontpopt in een goed geoliede dodingsmachine, waarbij de jagers vragen en de provinciebesturen ‘draaien’. ‘Duurzaam beheer’ is in Nederland synoniem met het op grote schaal doden van in het wild levende dieren.

Eén blik op de samenstelling van de diverse FBE’s maakt duidelijk dat het belang van het dier geen enkele rol speelt. De helft van de FBE’s bestaat uitsluitend uit jagers en belanghebbenden bij de jacht. Flevoland, Gelderland, Zuid-Holland en Zeeland hebben welgeteld één lid in hun gelederen dat de Dierenbescherming vertegenwoordigt. Veel haalt hun inbreng blijkbaar niet uit, want de laatste drie behoren tot de provincies die de meeste ontheffingen afgeven.

In Limburg en Noord-Brabant heeft behalve één lid namens de Dierenbescherming ook één lid van de Milieufederatie zitting, al lijkt die laatste organisatie niet tegen beheer ‘met het geweer’ te zijn. Dat er geen tot nauwelijks vertegenwoordigers in FBE’s zitten van maatschappelijke organisaties die het belang van dieren behartigen is niet verwonderlijk. In artikel 3.12 van de Wet natuurbescherming is te lezen:

‘Op uitnodiging van het bestuur van de faunabeheereenheid kunnen vertegenwoordigers van andere dan de in de tweede volzin bedoelde maatschappelijke organisaties en wetenschappers op het gebied van faunabeheer deelnemen aan de vergaderingen van het bestuur en het bestuur adviseren.’

Het ligt voor de hand dat de hobbyjagers – nu zij zich heer en meester in de Nederlandse natuur wanen – geen wetenschappers uitnodigen. Het is immers nooit bewezen dat massaal afschot leidt tot blijvend kleinere populaties of minder schade, terwijl de bewijzen voor het tegendeel zich opstapelen.

Nu de wet en de provinciebestuurders de hobbyjacht geen strobreed in de weg leggen, is mijn vraag: wie kan dit monster dat inmiddels jaarrond dood en verderf zaait in onze natuur nog stoppen?

 

Bron: Een wolf met verse buit

Lees ook: Wet Natuurbescherming beschermt niet (meer)